Leugens

21-01-2014 12:00

Leugens

Laatst vroeg iemand waar mijn grens ligt. Nou daar kan ik heel duidelijk over zijn: liegen. Het is zo min en een teken van zwakheid. Daar kan men mij echt kwaad mee maken en soms ook verdrietig. Liegen mag niet. Het is niet netjes. Dat krijg je bij je opvoeding mee. Maar is “niet de waarheid vertellen” altijd liegen? Nee, want als een leugen “verpakt” is in een grapje dan wordt liegen ineens lollig. Nou ja, lollig. Laatst vertelde de buren dat ze gingen verhuizen en wel helemaal naar Zeeland. Daar, in het Zeeuwse had manlief een baan gevonden. “De buren gaan verhuizen" riep ik enthousiast tegen m’n vrouw. "Hè, hè eindelijk dan” zuchtte ik diep van opluchting. “Jammer, maar ja, het is niet het einde van de wereld. We blijven toch wel contact houden?” zei ik een beetje hypocriet tegen de buurvrouw. Pstt, dat scheelt ons weer om een huisje te huren aan de kust. We gaan dan gewoon een midweek bij hun logeren” fluisterde ik tegen  m’n vrouw. Maar mijn enthousiasme was van korte duur. Een paar dagen later boorde de buurvrouw ons die midweek door de neus door te vertellen dat het een grapje was. “Hahaha, had ik jullie even goed beet. We blijven gewoon hier.”  “Uh…ja…leuk, haha" zei ik ietwat teleurgesteld. Een grappige leugen! Dat word toch een duur Centerparkshuisje ben ik bang! Zo zijn er verschillende soorten leugens. Leugens zijn ook vaak verpakt in onnozele gezegdes. Wat dacht je van: “Waar er twee vechten, hebben er  schuld.” "Hoezo?" Dat gezegde heeft me altijd bezig gehouden. “Als iemand mij een klap voor m’n kop verkoopt en ik sla terug…..waar zit mijn schuld dan in?” Gezegdes die gezegd worden zonder na te denken. Laatst was er een tante bij mij op visite die zei: “Je leeft maar één keer. Maar..”, zo zei ze er meteen achteraan, “ik geloof wel in reïncarnatie.” Hè? En wat dacht je van “opvoedkundige leugentjes.” Zo vertelt natuurlijk iedere ouder z’n kind over Sinterklaas en z’n zwarte pieten. De Sint rijdt op z’n paard op het dak en z’n pieten gooien cadeautjes door de schoorsteen. Het mooie sprookje waarin een kind moet geloven. En als je ouders je dan later vertellen dat het een leugentje is, dan wil je dat niet geloven. “Kindjes komen van de ooievaar” werd mij voorgehouden. Dat geloofde ik niet. Hoewel, ik vond mijn vader altijd al zo’n rare vogel. Leugens? Nee hoor. Een stukje opvoeding. Mijn moeder vertelde mij vroeger dat je groeit als je aan de hik bent. “Bij elke hik ga je een stukje omhoog, dus dan groei je.” Dat heb ik altijd gelooft. Totdat ik uitgegroeid was. Toch had ik nog weleens de hik. Ik groeide wel maar niet in de lengte. Meer op de weegschaal. Had m’n moeder dan toch gelijk? Ook zei m’n moeder: “Als je je ouders slaat dan groeien later je handen boven je graf.” Echt waar? "Ja, echt waar" zei m’n moeder dan. Was dit een opvoedkundig dreigement om puberende agressie tegen ouders te voorkomen? Ik was in ieder geval onder de indruk maar dat geloofde ik niet. Toch ben ik, heel naïef achteraf, naar het kerkhof gefietst want “als het echt waar is dan zal er toch wel één zijn die….” maar niemand. Mama had gejokt! Ook zei m’n moeder als “opvoedingsleugentje” dat als de klok slaat en je op dat moment een gekke bek trekt je gezicht in die stand blijft staan. Hahaha, een leugentje! Hoewel……ik zie wel eens mensen waarvan ik denk: “bij jou heeft de klok zeker geslagen?” Ach, zolang leugens nog in de categorie “ondeugend’ of “kattenkwaad” vallen dan valt het nog wel mee. Toch? Zo heeft iedereen vroeger weleens een koekje uit de koektrommel gejat. “Ikke nie daan” hebben we toch allemaal weleens als klein boefje gelogen. Heel onschuldig dus. Als kattenkwaad heb ik in de klas weleens een briefje rond laten gaan. Op dat briefje stond: “zie je die voetstappen op het plafond? Door geven A.U.B." Ik gaf het briefje stiekem aan m’n vriendje die het ook weer door gaf. Op een gegeven moment zat iedereen naar het plafond te staren. Hahah, mijn grap was geslaagd. De meester kon er echter niet om lachen. “Wie, wie, wie heeft…..weet iemand wie hier verantwoordelijk voor is?” riep ie met een rood hoofd van kwaadheid. Niemand “wist” het en ook ik loog “kattenkwaadachtig” in alle toonaarden dat ik van niks wist terwijl ik  van m’n binnenpretje genoot. Een “kattenkwaadleugen.” Nooit heeft de meester geweten wie de “dader” was. “Oké meester, als ik U vandaag of morgen tegen kom dan zal ik U vertellen dat ik dat was.”  Dat is wel zo eerlijk. Want van liegen hou ik niet.

 

Walter

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

© 2013 Alle rechten voorbehouden.

Mogelijk gemaakt door Webnode