Paranormaal

02-09-2013 12:00

 

Paranormaal

Afgelopen zaterdag ben ik naar zo’n paranormale beurs geweest in Tilburg. Niet dat ik zo paranormaal ben ingesteld maar ik wil zo graag geloven dat het echt waar is. Ik wil ook eens zien wat die zweverige wereld ziet. Ik hoor namelijk nooit stemmen in m’n hoofd. Ik zie nooit dingen die er niet zijn. Maar altijd dingen die er wel zijn die ik soms liever niet zie. Mijn overleden opa zit nooit naast me op de bank en geeft me dan een aai over m’n bol. "Eerst zien en dan geloven!" is mijn nuchtere motto. Zaterdagochtend reed ik alleen in m’n auto naar Tilburg. Mijn vrouw, die zowat de nuchterheid heeft uitgevonden bleef thuis. Die had wel wat beters te doen dan naar die "onzin" te gaan. Ik kwam daar in een klein donker zaaltje dat versierd was met allemaal rare doeken met kleuren. Er stonden allemaal tafels die met zo’n spotje fel werden belicht. Ook hoorde je van die zweverige muziek op de achtergrond. Achter elke tafel stond zo’n Tita tovenaarachtig figuur. Nadat ik m’n jas op had opgehangen liep ik de zaal in langs de tafels en keek wat er allemaal in de "aanbieding" was. Terwijl ik een foldertje las die op één van die tafels lag hoorde ik ineens: "Ik zie dat U interesse heeft." "O jee, ik heb nu al beet, is het een geest?" dacht ik. Nee, het was de man achter de tafel, geheel in het zwart gekleed en met zo’n raar puntig baardje, die zijn zin nog eens herhaalde en met een aantal gebaren kracht bij zette."  “Gaat U zitten" zei de man met een armgebaar. "Nou uh…ik kijk even ro…”  Maar voor ik het wist zat ik op de stoel aan de andere kant van de tafel. De man keek me aan en zei niks. Een minuut lang zweeg hij en vroeg toen of ik een voorwerp had. "Een voorwerp, en dan?" floepte ik er heel nuchter uit. "Dan kan ik vertellen hoe U bent." Hè, hoe ik ben? Als er één iemand is die weet hoe ik ben dan ben ik dat zelf wel. Daar heb ik geen voorwerp voor nodig. Maar m’n nieuwsgierigheid was zo groot dat ik vroeg welk voorwerp hij dan van me wilde hebben. "Geef je horloge maar." Hij sloot z’n ogen, wreef over mijn klokje en zei: "ik zie, ik zie…" "Wat jij niet ziet" grinnikten ik in mezelf. "Ik krijg door…U bent een erg gesloten persoon en U heeft een groot geheim voor Uw vrouw.” Hij wist dus dat ik getrouwd was. Kreeg ie dat ook door van die zwevende wereld of had ie gewoon gezien dat ik een trouwring droeg? En dat geheim….het was voor mijn een raadsel? "Klopt het?" vroeg de man aan mij. Het klopte helemaal niet. Ik ben juist een verre van gesloten persoon en eerlijkheid staat bij mij hoog in het vaandel. En een groot geheim voor mijn vrouw had ik al helemaal niet. Of zou ie het flesje parfum bedoelen die ik voor d’r verjaardag heb gekocht? Zo groot is dat toch niet. "Nee, het klopt niet” zei ik dan ook eerlijk. "Meer krijg ik echt niet door." "Jammer" dacht ik en ik stond op van m’n stoel om verder te kijken wat er allemaal nog meer was. "Dat is dan twaalf euro vijftig" zei de man. Hè? Daar had ik niet op gerekend. Ik had geen twaalf euro vijftig bij dus moest ik ergens gaan pinnen in het centrum. Dat was goed. De man hield echter wel mijn horloge als onderpand om er zeker van te zijn dat ik terug zou komen. Hè? Hij wist toch dat ik terug zou komen.

Ik liep verder en zag een bordje op een tafel staan waarop stond: "praten met de overledenen." Nou, dat leek me wel wat om nog eens even met m’n oma, m’n vader of met m’n vriend die onlangs het tijdelijke voor het eeuwige heeft verruild te kletsen. Ik mocht drie vragen stellen. Dat kwam dus goed uit. "Maar", zo zei de mevrouw achter dit tafeltje: "je mag drie vragen stellen aan één persoon." Hè, was dat even een tegenvaller. Ik koos uiteraard voor m’n vader die ik wilde vragen wat het wachtwoord is om in de computer te komen. Sinds zijn dood kan mijn moeder namelijk niet meer op de computer. Alleen hij weet het wachtwoord en omdat ik ‘m nu toch zou gaan spreken was dat een mooie gelegenheid om dat te vragen. Ik moest wel eerst tien euro op een schoteltje leggen. Anders zou het niet werken. De vrouw sloot haar ogen, maakte wat rare gebaren en zei vervolgens niets net zoals bij die man die zogenaamd wist hoe ik ben. "Het lukt me niet, het lukt me niet. Ik krijg geen contact. Ik kom er niet doorheen", zei ze enkele minuten later toen ze d’r ogen weer opende. Waarschijnlijk waren alle lijnen bezet. Of m’n vader nam niet op. Dat deed hij vroeger thuis ook. Liet de telefoon dan gewoon rinkelen. Hij hield niet zo van telefoneren. Wist nooit wat ie moest zeggen. Dus ik begreep het wel. Maar toen ik even met m’n ogen knipperde hoorde ik ineens in m’n gedachten m’n vader zeggen: "jongen hou je geld op zak of besteed het aan iets leuks en niet aan deze onzin." Er was ook een tafel met allemaal stenen. Zogenaamde gelukstenen. Je kon daar een steen uitkiezen en zelf bepalen welk geluk die steen jou dan zou moeten brengen. De Tita Tovenaar achter deze tafel wreef dan jou gevraagde geluk in de steen. Een steentje koste vier euro en het daarbij horende hangertje twee euro vijftig. Ik heb geen steen gekocht. Ik heb nog wat bakstenen in m’n tuin en wrijf er zelf wel wat geluk in. Wedden dat ie het doet.

Ik ben ook wel eens in Tiel geweest bij een mevrouw in een blauwe jurk. Heel indrukwekkend, echt waar. Er mocht een man naar het podium komen. Hij zat in een rolstoel. Z’n benen waren verlamd. Nadat de mevrouw in de blauwe jurk met haar toverhanden boven zijn benen een soort "abracadabratruc" had gedaan voelde hij, zo zei hij huilend van ontroering, weer leven in zijn benen en liep vervolgens het podium af. Een wonder? Waarschijnlijk één van de medewerkers. Opeens telde de mevrouw in het blauw af van tien naar nul en hoe dichter ze bij de nul kwam hoe meer littekens er zouden verdwijnen van de mensen die in de zaal zaten. Nou heb ik toch ook wel wat littekens. Van het vallen van de schommel toen ik vier jaar was en ook één van toen ik een keer met de fiets ben gevallen en nog een paar van kleine onhandigheden. Maar bij mij verdween er helemaal niets. Het enige wat verdwenen was, was m’n entreegeld.

’s Avonds kwam ik thuis en m’n vrouw vroeg heel cynisch of ik iets wijzer was geworden. Wijzer was ik niet geworden. Wel lichter. "Ha ha ha, je bent getild in Tilburg" lachte m’n vrouw hard. "Je had je geld beter op zak kunnen houden, dan hadden we vandaag iets leuks kunnen gaan doen".

"Dat zei m’n vader ook al". "Je vader?" vroeg m’n vrouw verontwaardigd.

 

Walter

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

© 2013 Alle rechten voorbehouden.

Mogelijk gemaakt door Webnode