Voorspelende gaven
Het is alweer even geleden maar het mooie septemberweer doet me toch nog even terugdenken aan onze vakantie in Juli. Zoals elk jaar trokken we ook dit jaar er weer drie weken op uit. Met onze "vriend" , zo noemen we onze vouwwagen, door sommige mensen ook wel, beetje denigrerend, vouwkrat genoemd, reden we naar het gebied de Eifel in Duitsland. Daar, in dat gebied, prachtig mooi, waren we al eens op vakantie geweest. Uitgezonderd van "onze vriend" nemen we dan ook niemand mee op vakantie. Of liever gezegd: "niemand meer mee." Een paar jaar geleden hebben we namelijk een goede kennis, min of meer uit medelijden omdat zij en haar kinderen nooit op vakantie gingen, gevraagd of ze met haar kroost een weekendje kwam logeren bij ons op de camping. Dat hebben we geweten. Het zijn nou niet een paar dagen geweest waar we goede herinneringen aan bewaren, in tegendeel. De kennis die we hebben opgedaan van die kennis heeft de waarde die we hechten om met zijn vieren de vakantie te vieren alleen maar versterkt. Deze kennis had waarschijnlijk een heel ander idee van kamperen dan wat het in werkelijkheid is. De luxe van een vijfsterren hotel is ver te zoeken op een camping in een vouwwagen. De mieren lopen dan weleens over je suikerklontjes, vliegen er regelmatig zoemende muggen door de tent en slaap je echt niet op een luxe hotelbed. Deze, -waar we later pas achter kwamen- aan smetvrees lijdende kennis, was hier viezer dan vies van en begon de tent te dweilen. De verbazing die ik toen had is nu nog van mijn gezicht te lezen. Ook het door mij, voor haar geregelde slaaptentje, slaapzakken en luchtbed waren niet naar haar zin. Van het gezegde: "een gegeven paard mag je niet in de bek kijken" had zij waarschijnlijk nooit gehoord. Ze had zelf een luchtbed meegenomen. Het was meer een luchtmatras. Een luctmatras wat niet op een camping hoort in een vouwwagen. Het ding moest opgeblazen worden met een daarvoor speciale pomp. Onze behoorlhijke vouwwagen en bijhorende grote voortent waren te klein voor dat matras. Maar nadat ik, met tegenzin, onze spullen uit de voortent had verwijderd paste het luchtmatras precies. Madam en haar kroost konden nu comfortabel slapen. Deze kennis was ook die madam die haar drie jarige dochtertje hysterisch een uitbrander gaf toen bleek dat het meisje na een bezoekje aan de stad Trier, wandelen, dansen springen, zo zijn kinderen, haar haarspeldje was verloren en die ons toen beval om met z'n alle de route in Trier terug te lopen om het haarspeldje te gaan zoeken. Uiteraard zonder resultaat. Deze ervaring heeft ons doen besluiten om nooit meer met vrienden of kennissen op vakantie te gaan. We waren dan nu wel in hetzelfde gebied maar stonden op een andere camping. We hebben een, mede dankzij meneer Zon, die drie weken volop scheen, topvakantie gehad. Hoewel we op een camping stonden leek het er soms wel op dat ik me in een hondenkennel begaf. Blaffende honden bijten niet maar maken wel veel geluid. Zeker als je 's morgens je vakantieroes wil uitslapen. Als ik dan 's morgensvroeg door het geblaf toch maar mijn campingbed was uitgekomen zag ik, terwijl ik van mijn kop koffie aan het genieten was, mensen met een plastic zakje met daarin een net vers gescheten hondendrol voorbij wandelen. En dat op m'n nuchtere maag. "Guten Morgen" was dan altijd de ochtendgroet. Waarna ik dacht: da's pas vakantie! En dan heb ik het alleen nog maar over de hondendrollen. Het kwam ook zo wat elke dag voor, terwijl ik met mijn gezin onder de luifel zat te genieten van het ontbijt dat er mannen in optocht met een chemischtoiletinhoud van de vrouw voorbij kwam slipperen. "Doe mij nog maar een broodje" grapte ik dan tegen mijn vrouw. Het leuke aan drie weken op een camping staan is dat je ook veel verschillende buren krijgt om je heen. Zo stond er een klein tentje dat vier dagen lang niet open of dicht is geweest. Het maakte mij nieuwsgierig maar wist die nieuwsgierigheid wel te bedwingen door niet stiekem de rits van de tent open te maken. Na een paar dagen, terwijl we lekker van het zonnetje aan het genieten waren ging de rits van het tentje open. Er kwam een vrouw uit met lang grijs haar, een jurk aan en een band in haar haar en in beide handen een wierookstokje. Mijn nieuwsgierigheid had zich nu omgezet in verbazing. Niet alleen omdat het bloedheet was omdat meneer Zon zijn werk deed en mevrouw op deze manier gekleed was maar vooral door dat het tentje vier dagen niet open was geweest en niemand het tentje heb zien binnen gaan. Ze zou toch in die vier dagen ook wel eens gebruik hebben moeten maken van het toiletgebouw? Of heeft ze daar zakjes voor? Bah, alleen al de gedachte. Zoals het op een camping gaat groette ik haar een goede dag. "je geeft een vinger en men pakt de hele hand" was het gezegde wat hier van toepassing was. De vrouw kwam met de wierookstokjes op me af en groette mij, met een buiging, vriendelijk terug. Ze begon tegen me te praten in een taal die ik niet verstond. De vrouw bleek een Roemeense te zijn. Nou is mijn Roemeens niet al te best maar gelukkig sprak ze ook een paar woorden Duits, een taal waarin ik me beter verstaanbaar ken maken. Wat moest ik met deze vrouw? ik wist me even geen raad en vroeg dan maar "möchten Sie eine Tasse Kaffee?" waarop de vrouw een buiging maakte en zei: "liberté". Waar ik uit opmaakte dat ze liever thee dronk. Ze hoefde geen theezakje maar haalde uit de zak van haar jurk een paar korrels die ze in haar thee liet vallen. Wat heb ik nou weer aan m'n fiets hangen, ging door me heen. Mijn vrouw en kinderen zagen de bui al hangen en riepen: "wij zijn zwemmen." Daar zat ik dan. Uit haar hele verhaal kon ik opmaken dat ze in een klein dorpje in Roemenië woonde en daar met behulp van wierookstokjes mensen voorspellingen deed. Ook predikte ze voor meer vrede en vrijheid in de wereld. Zij beweerde dat wierookstokjes veel kunnen bewerkstelligen. Ook de vrede? Hoewel de vrouw bleef ratelen en ik mijn oren goed moest spitsen om het snelle Duitse geratel te volgen dacht ik: hoe kom ik van haar af, en ik haar al geen tweede kopje thee had gegeven stond ze na anderhalf uur op van haar stoel. Bleef even staan, keek mij recht in mijn ogen en maakte een gebaar met haar wierookstokjes: "Jij maakt iemand blij met wat jij vind!" zei ze als laatste tegen mij en ze verdween weer in haar tentje. Nog bijkomend van het rare gesprek en me afvragend wat ze nou bedoelde met haar laatste woorden schonk ik voor mezelf nog een kopje koffie in. Toen mijn vrouw terug was van een verfrissende duik vertelde ik haar mijn verhaal. Lachend zei ze: "dat heb jij nou weer. Jij vind dat je iedereen maar op de koffie moet vragen en zij wordt daar blij van." Tot diep in de nacht hoorde je nog van die zevende jengelmuziek uit het tentje komen. De volgende dag was het tentje weg. Zonder een "tot ziens" was de Roemeense Jomanda vertrokken. Zo gaat dat op vakantie. Mensen van alle pluimage, andere gewoontes.... "Maar wat zou zij nou bedoeld hebben met haar laatste woorden die ze tegen mij zei?" De plaats was diezelfde middag weer bezet. Er kwam een grote dikke Mercedes het campingstraatje inrijden met daarachter een te grote caravan. Zonder dat ik het nummerbord had gezien zei ik tegen me vrouw: "we krijgen Duitse buren" En jawel hoor mijn voorspelling was juist. Zou mijn Roemeense praatmaatje dat bedoeld hebben? Nadat het gevaarte met behulp van zo'n afstandsbediening (waar zijn de charmes van het kamperen gebleven dat je met een aantal sterke mannen elkaars caravan op de plaats duwde) op zijn plaats stond, de plaats was afgebakend door een windscherm en de schotel op de juiste frequentie was afgesteld, zoals het een echte Duitser betaamd, maakte we kennis met onze "Nachbarn". Het bleken de Duitse Saskia en Serge te zijn. Hij speelde ukelele en zij zong. Iedere avond "repeteerde" ze, tot vervelends toe, onder hun veel te grote luifel. Het zangduo heeft maar twee dagen gestaan. In een caravan verderop stond een vrouw met een plat Brabantse accent uit Kaatsheuvel die van zichzelf zei dat ze Holle bolle Gijs heette. Haar man moest gebukt de caravan in, zijn lengte zat 'm in de weg. Het moest me gelijk aan iets denken. Een mooi duo. In de laatste week dat wij er stonden kregen we voor nog twee dagen Nederlandse buren. Hoewel ook een te grote auto en een te grote caravan waren dit echt Nederlanders. Ze kwamen tegelijk aan met ook Nederlanders met een te grote auto en een te grote caravan. Uit de beide auto's kwamen te verwende kinderen uitstappen. De twee families kenden elkaar van de tennisvereniging uit Naarden. Dat verklaarde dus al een hoop. Voordat ze de caravans, natuurlijk met de afstandsbediening, op de plaats zetten moest er eerst een wijntje gedronken worden. Jasper, Anne-Fleur, Diederik-Jan en Jan-Frederik gingen ondertussen opzoek naar een hockey of squashveld. Maar bij gebrek aan de velden moest uit verveling door de verwende kakkerssnotneuzen iedereen tijdens hun "chilluurtje" horen in welk abominabel kampeermiddel de overige camping gasten kampeerde. Ook ik kwam tijdens hun, bij gebrek aan beter, chilluurtje, aanbod. "kijk, die kamperen met een vouwwagen. Dat is nou de Dries Roelvink onder het kamperen" zei de snotneus met zijn kakkersaccent. Ik weet nou niet voor wie die minachting bedoeld is: voor mij of voor Dries. Deze snotneus zal zijn neus nog vaak moeten snuiten in het leven. Dat voorspel ik. De laatste dag zijn we nog even naar de stad Trier geweest. We liepen wat rond, aten een ijsje en net op het moment dat we weer terug naar de auto liepen vind ik op het grote plein van de stad het haarspeldje dat het dochtertje van die goede kennis destijds is verloren. Alsof het zo heeft moeten zijn!! Toen de vakantie erop zat en we weer naar huis terug keerde ben ik als eerste met het haarspeldje naar die goede kennis gegaan. Ze wist niet wat ze zag. Ze huilde bijna van geluk.
Dat iemand zo blij is met wat ik vind..... ongelofelijk maar wel voorspeld.
Walter
Mogelijk gemaakt door Webnode