Welke toon speelde Hermans in mijn leven?

04-02-2022 12:00

Welke toon speelde Hermans in mijn leven?

Humor speelt in mijn leven een grote rol. Humor kan inderdaad ook een acceptatiemiddel zijn, zoals mijn moeder destijds al zei. Het is een medicijn om mijn “anders zijn” te relativeren. Mijn revalidatieperiode, of hoe ik het zelf altijd humorvol noem, mijn wederopbouwperiode, ging letterlijk en figuurlijk met vallen en opstaan. Ik kon niet veel, ik was niks en ik voelde me niks. Ik wilde wel maar ik kon niet. In die tijd hoorde ik ook nergens bij. Dan merk je dat de wereld hard is. Vriendjes wilden niet met me spelen want ze vonden mij maar raar. Met voetballen mocht ik niet meedoen. “Je kan niet eens op je eigen benen staan, dus je kan ook niet mee voetballen”, werd dan tegen mij geroepen. Ook mocht ik niet mee knikkeren, daar vonden ze mij te dom voor. “Stel dat jij wint! Ik wil toch niet van een gehandycapte verliezen!” Het zijn opmerkingen die ik me leven lang niet zal vergeten en die veel pijn hebben gedaan. Ik kon ook niet voetballen want ik kon amper op mijn benen staan. Dat was natuurlijk wel waar. Het gezegde luidt ook: “De waarheid is hard.” En ja, dat was het zeker. Ik trok me dan altijd terug op mijn kamer. Vanuit mijn slaapkamerraam zag ik hoe er werd gevoetbald. “Dat wil ik ook!” riep ik dan tegen mezelf, wetend dat dat niet ging. Of……nog niet ging! “Wacht maar….” dat was wat ik altijd zei. En steevast riep ik: “Walter van Geffen die maakt het effen.” Maar hoe gemotiveerd ik ook was om weer iets te bereiken, het was zeer frustrerend om steeds niet mee te mogen doen met mijn leeftijdsgenootjes. Het huilen stond me vaak nader dan het lachen. Mijn oma voelde met mij mee en vond de situatie niet leuk en erg vervelend voor mij. Ze had voor mij een cadeau. Ik kreeg van mijn oma een bandrecorder. Een ouderwetse bandrecorder. Er zaten een aantal geluidsbanden bij. Het was voor op mijn kamer. Ik was er ontzettend blij mee. Op mijn kamer luisterde ik naar de geluidsbanden die erbij zaten. Veel ouderwetse liedjes stonden erop. Maar op één van die banden hoorde ik iets dat het huilen, wat nader dan het lachen bij mij stond omdat ik nergens bij hoorde, juist omkeerde. Ik hoorde iemand zingen over Nottebelle Magarineta, over een ballonnetje en ik hoorde hem vertellen over de stoel van zijn zuster en waar ze had gezeten én waar ze niet had gezeten. Het toverde een lach op mijn gezicht en op de één of andere manier werd ik geraakt. Het maakte iets bij me los. Ik zag, terwijl ik al lachend naar mijn bandrecorder luisterde, mijn vriendjes voetballen. Het kon me niks meer schelen. Dit was het. Dit vond ik mooi. Uren lang zat ik op mijn kamer te luisteren, te genieten en vooral te lachen om wat ik hoorde. Ik vond het dan wel helemaal geweldig maar, “wie is dit?” vroeg ik me af. Een paar weken later zat ik met mijn ouders op de bank televisie te kijken naar een one man show van die man. De man die ik grappen hoorde maken op mijn bandrecorder. Het was Toon Hermans. Ik had er nu ook een beeld bij. Ik vond het geweldig, ik vond hem geweldig. Maar wat ik het mooiste vond was dat ik mijn ouders weer zag lachen na alle ellende en narigheid die mij, en ons gezin was overkomen. Dat raakte mij. Ik stond aan het begin van mijn “wederopbouwperiode.” Ik was niks, ik kon niks en ik had toch het streven iets te worden, iets te maken van mijn leven. Toon Hermans inspireerde mij en liet mij ook zien dat humor een groot ingrediënt is om, ondanks de tegenslagen in het leven, toch je doel te bereiken. Toon vertelde altijd waar hij vandaan kwam en hoe het in zijn jeugd was. Dat hij als kleine jongen waar wilde maken waar hij van droomde. Daar was ik van onder de indruk. Die weg wilde ik ook volgen: je doel bereiken in het leven. Alles wat ik weer bereikte, bereikte ik met de krachtige humor die Toon Hermans mij leerde. Ik werd fan van Toon Hermans, niet alleen van Toon de artiest maar vooral van Toon de mens. In de loop der jaren verzamelde ik alles van mijn grote idool, gedichtenbundels, posters, boeken, cd’s, krantenartikelen… noem maar op. En natuurlijk keek ik zijn one man shows op televisie. De shows die vóór mijn tijd waren keek ik terug op videobanden die ik kreeg van mensen die wisten dat ik een enorme fan was van Toon Hermans. Eén keer heb ik, mijn idool, Toon Hermans zien optreden. Het was 23 februari 1997. Toon Hermans trad die avond op in het theater. “Er kan gebeuren wat er wil maar ik zit vanavond op de eerste rij” zei ik tegen mijn moeder. Ik weet niet hoe ik het voor mekaar heb gekregen maar ik zat op de eerste rij. Ik was gespannen en zenuwachtig. Toen kwam Toon Hermans het toneel oplopen. Wat er toen door me heen ging kan ik niet beschrijven. Wat was dit mooi. De hele avond genoot ik meer dan wat genieten is. Zo mooi, zo bijzonder. Dit was de avond dat ik Toon Hermans zag, live. Dit was ook mijn kans om hem bloemen aan te bieden en die kans liet ik natuurlijk niet aan me voorbij gaan. Ik had ‘s middags een mooie bos bloemen gekocht. Ik deed er een kaartje bij. Ik wilde het aanbieden aan mij grote idool. Maar durfde ik dat? Ik was op van de zenuwen maar ik durfde het. Ik liep naar voren en stond daar ineens recht tegenover mijn grote idool. Ik gaf hem de bloemen maar ik durfde hem geen hand te geven. Daar heb ik tot op de dag van vandaag spijt van. Maar dat moment zal ik mijn leven niet vergeten. Het was dan ook een schok voor mij toen het bericht kwam dat Toon, mijn grote idool, was overleden. “Weet je waar je op dat moment was?” vraagt men weleens als er een grote gebeurtenis plaats heeft gevonden. Ik weet nog precies waar ik was toen ik het nieuws hoorde van zijn overlijden. Het was ’s middags, ik zat bij mijn ouders aan tafel een boterham te eten toen het radiojournaal melde dat “de grote clown” Toon Hermans was overleden. Dat kwam hard aan. Het was als of ik te horen kreeg dat er een dierbaar familielid was overleden. Hij was de man waar ik steun aan had. Hij leerde mij de humor. Ik heb de rest van de dag voor de televisie gezeten om al het nieuws over mijn idool te volgen. “Wat hebben we gelachen” kopte de voorpagina van de krant de volgende dag. Toon, alleen zijn voornaam is al genoeg. Iedereen weet over wie je het dan hebt. Voor mij was Toon mijn voorbeeld, mijn medicijn. Zonder dat Toon het ooit heeft geweten, heeft hij mij symbolisch aan de hand meegenomen dor het leven. Ik kon mensen nooit goed begrijpen die zo onder de indruk waren als ze bijvoorbeeld in Graceland bij het graf van Elvis Presley, hun idool, waren geweest. Een hele reis maken, vliegen naar de andere kant van de wereld. En dan? Er ligt een steen. Zo dacht ik altijd. Ik neem m’n woorden terug want nu Toon Hermans er niet meer is ben ik zelf al enkele keren naar het graf van mijn idool geweest. In zijn geboortestad Sittard ligt hij begraven. Samen met zijn vrouw Rietje ligt hij in een graf op een hoek van de algemene begraafplaats. Naast het graf staat een mooie boom. Om die boom hebben zijn zoons een bankje geplaatst. Er staan allemaal spreuken van Toon Hermans op dat bankje. Een “Toonbankje” dus. Als ik het graf bezoek en ik op dat bankje zit, kijkend naar het graf, dan denk ik weer even terug aan welke “toon” Hermans in mijn leven speelde.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

© 2013 Alle rechten voorbehouden.

Mogelijk gemaakt door Webnode