Winkelwagentje

12-11-2013 12:00

Winkelwagentje 

Van de week werd ik staande gehouden. Door wie? Door een overijverige wijkagent. Wat had ik gedaan? Ik was me van geen kwaad bewust. Wat bleek nou: Ik liep met een winkelwagentje en wel buiten het gebied wat is toegestaan. Foei, foei, foei. Waarom ik met een winkelwagentje liep?

Een paar dagen eerder was ik boodschappen gaan halen. Ik was vergeten om een tas mee te nemen maar, zo dacht ik, bij de kassa liggen plastic tasjes. Dan doe ik daar wel m’n boodschappen in. Nou, mooi niet. Altijd liggen daar plastic tasjes maar nu lag er niks. Ik dacht, heel naïef misschien, dat de tasjes op waren maar de kassière maakte mij duidelijk dat de plastic tasjes daar niet meer mogen liggen. Eén of andere milieuwet had het verboden. Geen tasje dus! Nou, daar stond ik dan met m’n boodschappen in m’n handen. Met de pindakaas, de hagelslag, de zeeppoeder en de drie koffiemelkflesjes. Dat zal me geen tweede keer gebeuren. Een ezel stoot zich niet twee keer aan dezelfde steen.

Van de week vroeg m’n vrouw of ik boodschappen wilde doen. Ze gaf me een lijstje mee met het verzoek of ik dat even wilde halen in de supermarkt. De enige reden waarom ik in een supermarkt kom; om boodschappen te doen. Ik werk het lijstje af, ik reken af en ik ben weg. Verder heb ik daar niks te zoeken. Maar er zijn mensen die daar anders over denken en daar komen om hun sociale contacten te onderhouden. Het komt dan ook regelmatig voor dat ik door de winkel loop en het gangpad bezet is door "gezellige kakelende oudere dames." Een soort theekransje. “Ga bij elkaar koffie drinken” denk ik dan. “Maar hou de boel hier niet op. Ik heb namelijk niet alle tijd.” Een aantal supermarkten bracht dat op een idee en hebben een speciale koffiehoek ingericht zodat het "kakelen" gewoon door kan gaan zonder dat het winkelende publiek daar hinder van ondervind. En er word flink gebruik van gemaakt. Truus, Bep, Joke en Trees zijn daar vier ochtenden in de week te vinden en bespreken daar hun dagelijkse beslommeringen. En vaak komen Henk, Aad en Grad er ook nog even gezellig bij "hangen" bij het gebrek aan stoelen. Hangouderen dus! Enfin, ik deed de boodschappen en doe dat altijd in dezelfde supermarkt. Dat is makkelijk. Ik weet daar alles te staan. U weet wel, die supermarkt waar de kassières worden uitgekozen op hun profielfoto. Het kan haast niet anders. En waar altijd maar één kassa open is. En als er dan bij hoge uitzondering twee kassa’s open zijn dan sta ik altijd bij de verkeerde kassa. Denk altijd bij de kortste rij aan te sluiten maar vóór mij is dan altijd een oudere dame aan de beurt die dan ook nog zegeltjes, airmiles en de hele rataplan nodig heeft. Voor d’r bonuskaart. Daar krijgt ze dan uiteindelijk een handdoek voor. Die is voor de uitzet van d’r kleindochter. Kleindochter zal nog lange tijd herinnerd worden aan waar oma haar boodschappen deed. Als de kassière dan eindelijk zegt tegen de dame in kwestie wat het bedrag is moet ze d’r portemonnee nog gaan zoeken. Die blijkt dan in d’r handtas te zitten die onderin d’r karretje ligt. Inmiddels was ik al vier keer aan de beurt geweest bij de andere kassa. Enfin, ik had m’n boodschappen gedaan. Omdat ik veel boodschappen had en er geen tasjes meer beschikbaar zijn en alles niet in m’n fietstas paste besloot ik om mijn boodschappen in het karretje te laten en zo terug naar huis te lopen. Maar zo makkelijk is dat niet. Zeker niet als zo’n wagentje is gevuld met de wekelijkse levensmiddelen. Ik duwde me zowat een ongeluk en probeerde het wagentje op de stoep te houden. Die wieltjes draaien overal heen behalve de goede kant op. Toen ik bijna thuis was werd ik staande gehouden door een ijverige en zichzelf heel belangrijk vindende wijkagent. “Meneer, wat zijn wij aan het doen?” “Hè, dat zie je toch?”, dacht ik puffend. “Sinds kort is er een regel ingevoerd; je mag niet verder dan honderd meter met een winkelwagentje rijden vanaf de des betreffende winkel.” Vertelde de ijverige wijkagent mij. “Ben ik dan al over de honderd meter” dacht ik maar durfde niets te zeggen tegen de boosachtige wijkagent. Angstig zei ik heel zachtjes: “Ja, meneer. Ik zal het niet meer doen meneer.” “Nou, voor deze keer zal ik het door de vingers zien.” Ik mocht gelukkig door. Pak van m’n hart. “Maar” sommeerde hij mij “breng het karretje meteen terug na het uitladen van de boodschappen. Om zes uur moeten alle wagentjes weer voor de winkel staan!” ’s Avonds vertelde ik mijn vrouw welke misdaad ik had begaan maar dat ik gelukkig geen boete of een celstraf kreeg dankzij……zijn vingers of zoiets.

Het zat me toch niet lekker en heb ’s nachts, zodat niemand het zag, de route met een meetlint nagemeten. Tja, honderd en twee meter. De wijkagent had gelijk. Ik was fout. Ik geef het ruiterlijk toe. Ik zal het nooit meer doen.

 

Walter

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

© 2013 Alle rechten voorbehouden.

Mogelijk gemaakt door Webnode